Bergwandelen? Dit moet je weten voordat je op pad gaat!

Heerlijk, de zomervakantie is geboekt! Geen hagelwitte stranden en wuivende palmbomen voor mij. Deze zomer ga ik lekker bergwandelen. Jij ook? Voordat je gaat is er wel het een en ander wat je moet weten over de bergen. Je kan zomaar voor vervelende verrassingen komen te staan en dat wil je niet. Een goed begin is het halve werk. Voor een bergwandeling heb je een degelijke uitrusting en een goede voorbereiding nodig. In deze blog ga ik je vertellen hoe jij goed voorbereid een bergwandeling kan maken.

Hoge wandelschoenen

Ga je de bergen in dan heb je hoge wandelschoenen nodig. Helaas zie ik te vaak nog dat mensen voor lage schoenen kiezen om de bergen te bedwingen. Als ik ze vraag waarom, krijg ik vaak te horen: “Ik loop alleen maar met de kinderen” of “We doen het rustig aan hoor”. Wat ik dan vaak vraag is: “Blijf je boven bij de gondel op een plateau lopen of wil je ook daadwerkelijk vanaf de lift naar een lokale top lopen bijvoorbeeld?” Want voor het eerste kan je prima lage schoenen aantrekken. Zelfs je sneakers zou je er prima voor aan kunnen trekken. Maar als je een stukje verder dan het plateau wilt, heb je wandelschoenen nodig. En geen lage, maar hoge! Ik zal je uitleggen waarom.

Op moment dat je van het plateau af gaat, ga je namelijk klimmen en/of dalen. Het punt met dalen is dat je lichaam zich onder een hoek gaat afzetten. De zwaartekracht versnelt je namelijk bij elke stap naar beneden en je enkels moeten deze klap opvangen. Dit moeten ze niet alleen doen met stabiliteit tegen zwikken, maar ook de remmende kracht is groter. Door je schoenen hoger te hebben dan je enkel, heb je meer oppervlak die deze grotere kracht op de schoen afgeeft. Je ontlast je enkel dus niet alleen zijwaarts, maar juist ook voorwaarts. En juist deze voorwaartse ontlasting zorgt ervoor dat je geen pijntjes krijgt tijdens het wandelen in een hoge schoen. Ga je klimmen dan gebeurt er in horizontale zin bijna hetzelfde. Je hebt de extra stabiliteit nodig, omdat je voorover leunt en je voet schuin wegzet. In de looprichting gebeurt er nog iets: je kracht wordt efficiënter overgebracht op een stijvere zool. Je hebt meer grip en stabiliteit en kan daardoor makkelijker omhoog lopen met een hoge schoen.

Dit lijkt misschien overdreven voor een klein stukje naar zo’n lokaal topje. Maar die top is verder dan je denkt! Vergelijk de inspanning met traplopen. Onderaan de trap denk je ‘Let’s do this!’. Na de tweede verdieping denk je hijgend: ‘Hoever nog?’ En zo’n lokaal topje is al snel verder dan twee verdiepingen de hoogte in. Kortom een hoge wandelschoen is zeer belangrijk bij het wandelen, zelfs bij een korte wandeling van het plateau naar een lokale top. Ben je benieuwd waar je nou op moet letten bij de keuze van een hoge wandelschoen? Check dan deze blog. Dat bij wandelschoenen ook wandelsokken horen is een feit! Hier leggen we uit waarom. Je kan uiteraard ook langskomen in een van onze filialen waar we je graag adviseren.

Daarboven is het kouder

Nu je hoge wandelschoenen hebt met bijpassende wandelsokken ben je al een eind op weg, maar wat trek je nou aan voor zo’n wandeling? Nu ik het over dat lokale topje heb gehad, kom ik eigenlijk gelijk op het volgende punt. Je hebt een prachtige dag uitgekozen om te gaan wandelen. Lekker zonnetje erbij, niet te koud en gaan! Maar als je eenmaal boven bent, kan het zomaar ineens een paar graden kouder zijn dan gedacht. Per 100 meter dat je omhoog gaat, daalt de temperatuur grofweg 0,7oC. Een gondel brengt je al snel 1000 meter de hoogte in. Van die mooie 24oC in het dal is nu ineens weinig over.

Eenmaal boven ben je ook vatbaarder voor de wind. En als de zon dan ook nog eens achter een wolkje schuilt, kan het ineens vrij koud aanvoelen. Neem daarom altijd een winddichte laag mee, bijvoorbeeld een winddichte jas. Het kan ook nooit kwaad om een isolatielaagje mee te nemen tegen de kou, zoals een vest. Voor je benen kan het ook al snel koud aanvoelen. Trek daarom een afritsbare wandelbroek aan. Als het bovenop koud is of er komen wolken, ritst je de pijpen in en heb je een lange broek. Hierdoor worden je benen niet koud. Ook handig: bij hoog grijs zijn ze tegelijk beschermd tegen insecten en teken!

Lachende man tussen bomen

UV-bescherming

Bovenop de berg wordt nogal eens de kracht van de zon onderschat. Toegegeven, het is er inderdaad lekker fris en koel. Maar vergis je niet. Hoe hoger je komt, hoe feller de zon en hoe schadelijker de uv-straling. Door de mildere temperatuur en het verkoelende windje voel je de warme zon niet, maar die is er wel! Smeren dus. Een hogere factor zonnebrand dan normaal is aan te raden. Tip: Neem een kleine tube zonnebrand mee in je rugzak, zodat je onderweg nog bij kan smeren. Het beste werken de crèmevarianten. Die wrijf je namelijk goed in over de huid, waar de spray minder dik op de huid komt te zitten en nogal eens plekjes geheel overslaat.

Drinken, drinken en nog eens drinken!

Ondanks dat het kouder is bovenop de berg, beweeg je vaak wel intensief als je een stukje wandelt. Denk maar weer aan hoe zwaar het traplopen kan zijn. Een wandeling duurt vaak langer dan het lijkt. Neem daarom voldoende eten en vooral drinken mee. Je zult na een klein stukje wandelen op een mooie dag al erg snel dorstig worden. Om te voorkomen dat je met kilo’s proviand gaat zeulen heb ik hier een richtlijn voor je. Per uur wandelen drink je al snel een halve liter water weg. Drink elk kwartier een paar slokken, ook als je niet dorstig bent.

Eet regelmatig ook kleine hapjes. Dit werkt beter dan in een keer een hele maaltijd nuttigen. Vaak zijn er gedurende de tocht mogelijkheden om water bij te vullen, maar zoek dit uit voordat je op pad gaat. Smeer jij je broodje onderweg met bijvoorbeeld een prachtig uitzicht? Vergeet dan niet een zakmes mee te nemen om te kunnen smeren. Een zakmes kan je ook nog eens van pas komen tegen splinters en bij ongevallen. Het is daarom zeker iets wat bij je basisuitrusting hoort.

Vrouw met bidon

Overvallen door het weer

In de bergen kan het weer ook ineens omslaan. Van een mooie zonnige dag kan je (vaak in de namiddag en avonduren) ineens stortregen en onweer krijgen. Kijk daarom altijd goed om je heen naar wat medewandelaars doen en houd de lucht goed in de gaten. Zie je donkere wolken komen, twijfel dan niet en begin aan je terugtocht. Houd er rekening mee dat als je boven bent, je het stuk ook weer naar beneden moet wandelen. Je bent dus niet zomaar bij de lift of bij je auto. Twijfel je aan het begin van de dag over het weer? Check dan de voorspellingen op het internet of vraag het na bij het liftstation. Neem als je langer dan een halfuur gaat wandelen altijd een regenjas en volledig opgeladen telefoon mee. Die regenjas is uiteraard ook winddicht, dus dat is dan ook gelijk je winddichte laag! Heb je een luxe camera bij of spullen in je rugzak die echt niet nat mogen worden? Controleer dan even van te voren of er een regenhoes onderin je rugzak zit. Op deze manier kom je nooit voor verrassingen te staan.

De overmoedige wandelaar

Wat ik vaak zie bij vooral Nederlandse wandelaars, is dat ze onderaan de berg met een enorm hoog tempo van start gaan. Maar wandelen is een duursport. Zelfs al wil je er een race van maken wie het eerste boven is: ga niet te hard van start. Doseer je energie. Je zal bij een snelle start al snel buiten adem zijn en verzuren. En dan moet je nog dat hele stuk. Een langzaam regelmatiger tempo verdeelt je krachten beter en zorgt ervoor dat je het langer vol kan houden, zonder vervelende pijntjes. Bovendien zie je veel meer als je langzamer loopt. Kijk maar eens goed om je heen naar de prachtige natuur of geniet van het prachtige uitzicht.

Verder vergissen mensen zich snel in de afstand, moeite en tijd wat een beklimming kost. Zoals ik al eerder gezegd heb, denk maar aan de trap. Onderaan de trap denk je, dat doen we even. Een top lijkt niet ver weg, maar dat kan nog weleens vies tegenvallen. Bekijk daarom altijd goed de routebordjes en houd er rekening mee dat de wandeltijd die op dit bordje staat net ietsjes meer is als je bijvoorbeeld met kinderen loopt. Je loopt als groep net zo hard als de langzaamste uit de groep. Een wandeling kan zo alleen maar meevallen. Ben je boven en heb je nog energie over, kan je altijd nog een extra stukje lopen. Vergeet alleen niet dat wat je omhoog loopt, ook omlaag gelopen moet worden. Als je boven bent ben je dus pas op de helft. Of je pakt de gondel naar beneden!

De pakezel

Je hebt altijd één iemand in de groep die als pakezel fungeert. Vaak de vader van het gezin. Vergis je niet in het gewicht van alle proviand, extra vestjes en zonnebrand. Het is beter om het gewicht enigszins te verdelen onder je groepsgenoten en kritisch te kijken naar wat je echt wel moet meenemen naar boven en wat niet. Geef de kinderen een klein rugzakje met daarin bijvoorbeeld hun eigen proviand. Dan wanen ze zichzelf ook een echte wandelaar. Scheelt weer in papa’s rugzak! Toch met veel bepakking de berg op? Dan kan een wandelstok uitkomst bieden om je benen enigszins te ontlasten. Ook helpt een wandelstok bij extra stabiliteit, vermoeide benen of als je de diepte niet zo goed ziet.

Man met dagtas

Ga nooit alleen op pad

Tot slot wil ik nog meegeven dat het heel belangrijk is, dat je in de bergen nooit alleen op pad moet gaan. Zeker als je onervaren bent in de bergsport. Zoals al eerder benoemd kan het weer je enorm verrassen. Je kan dan in levensgevaarlijke situaties belanden. Maar je kan ook overvallen worden door pijntjes, struikelen of verdwalen. In dat laatste ben ik nogal goed. Vaak zijn de bergen rustig en afgelegen, waardoor het lang kan duren voordat je een medewandelaar tegenkomt of dat de hulpdiensten bij je zijn. Samen wandelen is trouwens ook veel gezelliger. Zorg er daarom altijd voor dat je op z’n minst met z’n tweeën loopt. Loop dan ook alleen op de gangbare paden, met andere wandelaars in de buurt. Heb je meer ervaring of heb je een ervaren wandelaar bij je kan je het samen wat avontuurlijker maken.

Zo! Ik hoop dat je een stukje wijzer bent geworden van deze tips. Laat je vooral niet ontmoedigen door alle dingen waar je rekening mee moet houden! Het bergwandelen is erg mooi. Ben jij benieuwd wat je zoal nodig hebt voor je vakantie naar de bergen? Kom dan langs in een van onze Perry-filialen en we adviseren je graag. Laat de voorpret maar alvast beginnen!


Jelle

Mijn naam is Jelle Bezemer en woon in gemeente Molenlanden, welke zeer rijk is aan polder en mooie natuur. Ik trek er dan ook graag met me racefiets op uit. Trainen in de polder om vervolgens in de zomervakantie de bergen te bedwingen. Op de fiets uiteraard, maar zo nu en dan laat ik de fiets ook op de camping achter en trek ik er te voet op uit om opnieuw een berg te bedwingen. In de wintermaanden ben ik ook actief als langebaanschaatser of als dat ene weekje er eindelijk weer is ergens op een besneeuwde berg. Ik ben werkzaam bij Perry Sport Sliedrecht en sta je graag te woord. Gewoon voor een praatje of om je persoonlijke vragen te beantwoorden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *